Schil de aardappelen en snijd ze in gelijke stukken.
Kook ze in water met zout in 20 min. gaar. Giet ze af als ze koken, prik met een vork om te testen of ze zacht genoeg zijn. Je moet ze nét zonder moeite kunnen inprikken, ze moeten vooral niet te zacht worden omdat je dan papperige stamppot krijgt.
Laat de aardappelen in de kookpan op de kleinste pit op laag vuur in 2 min. droogkoken. Hoe minder vocht in de aardappelen, hoe luchtiger de puree.
Stamp de aardappelen fijn met de pureestamper.
Voeg wat melk toe en roer luchtig door met een houten lepel. Voeg niet meteen alle melk toe, maar beetje bij beetje om te voorkomen dat de puree per ongeluk te nat zou worden.
Voeg een flinke klodder slausaus toe (of mayonaise als je geen slasaus hebt) en roer door.
Breng op smaak met de nootmuskaat, peper en zout, paprikapoeder en kerriepoeder en maal er Himalayazout door (dit zit al in een molentje), proef steeds of je van een van de kruiden eventueel meer wilt toevoegen. Begin bij alle kruiden met een mespuntje.
Snipper de ui en hak de pinda’s grof
Verhit de olie in een koekenpan en bak de ui aan
Schep de ui en de spinazie erdoor. Verwarm op laag vuur 5 min. door. Schep de pinda’s erdoor. Breng op smaak met peper en zout. Schep de stamppot op borden.